HAE

Het Zika-virus werd voor het eerst ontdekt in 1947 toen de Rockefeller Foundation onderzoek deed naar Jungle Yellow Fever bij resusapen. Het virus dankt zijn naam aan het Zika-bos in Oeganda, waar het onderzoek plaatsvond. In 1952 werd het Zika-virus bij mensen ontdekt, zowel in Oeganda als in de Verenigde Republiek Tanzania.

Onderzoekers hebben het virus getraceerd tot de muggensoort Aedes aegypti als de primaire drager van het virus in subtropische en tropische gebieden, maar het is bekend dat het virus overleeft in de Aedes albopictus-mug die bestand is tegen lagere temperaturen. Aanvankelijk werd het Zika-virus voornamelijk geïdentificeerd in Afrika en Azië en had het een geschiedenis van sporadische gevallen. Momenteel heeft het de krantenkoppen gehaald met de uitbraken in Amerika en de Stille Oceaan.

Vrouwen die zwanger zijn en in deze regio's wonen of recentelijk naar deze regio's zijn gereisd, kunnen tijdens hun zwangerschap mogelijk besmet raken met dit virus. Gezien deze omstandigheden zou de moeder mogelijk een kind met microcefalie kunnen baren.  

Microcefalie is een aangeboren afwijking die ervoor zorgt dat het hoofd van de baby kleiner is dan die van baby's van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht. Hier in de Verenigde Staten varieert het voorkomen van deze aandoening van 2 tot 12 gevallen per 10,000 levendgeborenen. Uit de meest recente gegevens blijkt dat er in het land Brazilië ongeveer 3,174 gevallen van microcefalie zijn gemeld. Het aantal geboorten met microcefalie verandert voortdurend, en hoewel er steeds meer baby's met microcefalie worden geboren uit vrouwen die door het virus zijn geïnfecteerd; een absoluut verband tussen de twee is nog niet bewezen.

 

De vooruitzichten van het Zika-virus en het verspreidingspotentieel ervan zijn onbekend; er worden echter verschillende pogingen gedaan om meer over het virus te weten te komen om het publiek goed voor te lichten en om verdere overdracht van het virus te voorkomen.