HAE

Laatst bijgewerkt 2015

7.6.1.B
Zandbakken op speelplaatsen moeten aan het eind van elke dag worden afgedekt om ze vrij te houden van katten- en andere uitwerpselen van dieren, zwerfvuil en puin. Deze eis geldt alleen voor aangewezen zandbakken en geldt niet voor zand dat wordt gebruikt als veerkrachtig materiaal of andere bodembedekking.

7.7.1.A.2,3
Kinderdagverblijven die actief zijn in gebouwen die vóór 1978 zijn gebouwd, moeten worden beoordeeld op de aanwezigheid van lood voordat reparaties of verbouwingen worden uitgevoerd. Een op lood gebaseerde verfbepaling moet worden uitgevoerd door een gecertificeerde inspecteur of risicobeoordelaar, of een gecertificeerde renovator. De resultaten van deze vaststellingen moeten bij elke kinderopvanginstelling aanwezig zijn. Reparaties om afbladderende of afbladderende verf of verbouwing aan te pakken, moeten worden uitgevoerd op een manier die gevaren in verband met lood voorkomt.

7.7.1.D
Chemische luchtverfrissers, geurversterkende producten zoals kaarsen, etherische oliën, spray- en plug-in luchtverfrissers, wierook, mottenkristallen of mottenballen, of toilet-/urinoirontgeurblokken mogen niet worden gebruikt. De bron van schadelijke geuren dient zoveel mogelijk te worden verwijderd door de bron van de schadelijke geur te verwijderen of door geuren af ​​te voeren door middel van reiniging en ventilatie.

7.8.4.Ik
Toiletten, bad- en doucheruimtes moeten zijn voorzien van werkende mechanische afzuiging naar buiten.

7.9.4.A.2
Als organische materialen zoals bonen, pasta, rijst of andere droge voedingsmiddelen worden gebruikt in sensorische tafels, mogen de materialen slechts één week worden gebruikt en moeten ze daarna worden weggegooid.

7.10.1.C
Ziekte-uitbraken met verschijnselen als braken, diarree, keelpijn met koorts of griepachtige verschijnselen moeten worden gemeld aan de GGD.

7.10.1.C.3
Voorzieningen moeten een schriftelijk ziektebeleid hebben voor personeel en kinderen met betrekking tot ziektesymptomen die uitsluiting van de kinderopvang vereisen. Kinderziektebeleid en personeelsziektebeleid

7.10.1.C.9
Er moeten ziektelogboeken worden ontwikkeld en bijgehouden om de symptomen van ziekten die voorkomen bij kinderen die de faciliteit bezoeken, vast te leggen. Ziektelogboeken moeten gedurende twee maanden in de faciliteit worden bijgehouden. De logboeken moeten het volgende bevatten: de naam van het kind of andere identificerende informatie, de toegewezen klas of groep van het kind, symptomen, datum en tijd van aanvang, ondernomen acties en de datum en tijd dat het kind werd teruggebracht naar de groepsinstelling. Ziektebewakingslogboek

7.10.5.C.2 (ontsmettingsmiddel) en 7.10.6.D.1 (ontsmettingsmiddel)
De concentratie van bulkcontainers of individuele containers met ontsmettingsmiddelen of ontsmettingsmiddelen moet dagelijks worden gemengd of getest.

7.12.3.E.6
Zuigflessen met moedermelk moeten worden geëtiketteerd met de naam van het kind en moeten worden onderscheiden door gekleurde etiketten of een andere door de afdeling goedgekeurde methode.

7.14.2.F
Voordat met renovatie- of sloopwerkzaamheden wordt begonnen, moet de faciliteit worden beoordeeld op de aanwezigheid van asbest. De taxaties moeten worden uitgevoerd door een asbestinspecteur. Kopieën van beoordelingen moeten in het bestand van de faciliteit aanwezig zijn.

7.14.2.H
Op 1 mei 2017 moeten radontests worden uitgevoerd in alle bestaande faciliteiten. De resultaten van deze tests moeten bij de faciliteit worden geregistreerd. Radoninformatie en Radontesten en -resultaten.

7.14.2.H.1
Nieuwe kinderopvangfaciliteiten of verbouwde delen van bestaande faciliteiten moeten radontests voltooien binnen zes maanden na ingebruikname. Radoninformatie en Radontesten en -resultaten.

7.14.3.D
Voedingsmiddelen die als kunst- en wetenschappelijk materiaal worden gebruikt, moeten worden geëtiketteerd als "niet voor consumptie" of een gelijkwaardige taal om het beoogde gebruik te beschrijven.